Peerobservatie

Zelfreflectie

Waar ben ik trots op?

Ik ben trots op het feit dat ik goede en verdiepende vragen kan stellen. Ik ben altijd nieuwsgierig geweest naar de diepere laag. Dit is een goede eigenschap om te hebben bij het stellen van vragen in een intervisie.

 

Wat zou ik de volgende keer anders doen?

Wat ik van beide observatieformulieren terug heb gekregen is dat ik soms onbewust al invulling geef over wat het antwoord op mijn vraag kan zijn. Toen ik dat las herkende ik het wel. Vaak doe ik dit omdat ik het gevoel heb dat mijn vraag niet duidelijk genoeg is en dan ga ik voorbeelden geven om het duidelijker te maken.

 

Om dit te veranderen ga ik de volgende keer na mijn vraag stil zijn en niks meer zeggen. Mocht de vraag niet duidelijk zijn voor de inbrenger zal hij er zelf wel naar vragen.

 

Hoe ga ik zorgen dat het lukt?

Ik ga dit voor dat de intervisie begint met de groep bespreken zodat ze mij hierop kunnen aanspreken als ik het doe. Zo hoop ik het af te kunnen leren.

Daarnaast houd ik voor mijzelf een briefje tijdens de intervisie waarop staat dat ik maar één vraag per keer mag stellen. Zo heb ik tijdens de intervisieronde ook een geheugensteuntje bij me.